Hoe gaan de waterschappen elders in het land om met de omstandigheden in hun eigen gebied. Dat zijn vragen die vrijwel altijd aan de orde komen tijdens de Waterleliedagen. Afgelopen woensdag waren we met elkaar te gast bij waterschap Scheldestromen. Het weer zat mee en het gezelschap was goed. De Waterlelies kregen een rondtoer langs delen van het gebied en met het veer Vlissingen – Breskens zijn we de Zwakke Schakels gaan bekijken.
Een van de dames die ons uitleg gaf over de versterkingen van de zeewering, liep op hoge sjieke hakken over de dijk. De aanblik van haar gekleurde hakken gaf ons allen gespreksstof. Het kwam er in het kort op neer dat we het allemaal erg leuk vonden om te zien, maar de meeste van ons niet zo stabiel waren op hoge hakken om daarmee ook nog eens over een zeewering te wandelen. Zelf had ik laarzen met een hakje aan, dus dat gaf wat meer stabiliteit rond de enkels om me door het mulle zand en de pas aangelegde asfaltlaag te wagen.
Later die dag volgde ik een gesprek in de auto over de kleding van de politica tijdens de afgelopen weken op televisie. Een van de dames legde uit dat binnen bepaalde functies er ongeschreven dresscodes zijn. Daar zijn we allemaal wel min of meer van op de hoogte. Maar zij vertelde dat bijvoorbeeld binnen de EU-vergaderingen, een te hoge hak absoluut niet gewaardeerd wordt. Onze vrouwelijke vicevoorzitter van de Europese Commissie drs. Neelie Kroes zou volgens de dame in de uitzending precies weten wat ze moest dragen en bij welke gelegenheid. Zij had zich weten aan te passen aan het systeem. Maar, zo waarschuwde de dame: Zorg dat je er altijd verzorgd en netjes uitziet, (en dat kan ook met gympen als je een dijk moet beklimmen), want als een vrouwelijke bestuurder haar haren en haar garderobe al niet op orde kan krijgen, hoe kan zij dan een organisatie op orde krijgen. Ik moest om de uitspraak lachen, maar maakte me er ook een beetje boos over. Het gaat om de boodschap, om de kennis die erin zit, niet om de verpakking. Maar blijkbaar speelt dat toch nog steeds een grote rol. Zelf probeer ik er altijd representatief uit te zien, maar als het moeten wordt om de boodschap over te krijgen, dan is dat eigenlijk minder leuk.
Later hadden we wat meer tijd met elkaar om te praten over de toekomst van de waterschappen en hoe wij als vrouwelijke bestuurders daarin een rol spelen. Ik hoorde interessante verhalen van andere waterschappen, hun vergadercultuur en hoe enkele mede-bestuurders toch de stap waagden naar een eigen onderneming om de kennis die ze hebben verder te verspreiden.Toen ik ’s avonds naar huis reed en de dag nog eens overdacht wist ik het zeker: Als vrouwelijke waterschapsbestuurders de hakken in het zand zetten, dan doen ze dat helemaal niet uit protest, maar juist om met elkaar naar oplossingen te zoeken voor het waterbeheer in Nederland.